-
1 bref
bref [bref],brève [brev]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉2 beknopt♦voorbeelden:pour être bref • om kort te gaansoyez bref! • maak het kort!enfin bref • kortom, in één woord, om kort te gaan1. = brève; adjkort(af), beknopt2. = brève; adv1) kort2) kort en bondig, beknopt -
2 sommaire
sommaire [sommer]1 beknopt ⇒ kort (samengevat), bondig, summier♦voorbeelden:repas sommaire • eenvoudige, sobere maaltijdun sommaire • (korte) inhoudsopgave; beknopt overzichtadj1) beknopt, summier2) snel, onmiddellijk -
3 laconique
laconique [laakonniek]♦voorbeelden: -
4 lapidaire
lapidaire [laapieder]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:2 un lapidaire • edelsteenslijper; edelsteenhandelaar -
5 ramassé
-
6 concis
-
7 succinct
См. также в других словарях:
kurz — angebunden sein: zurückhaltend, wortkarg, abweisend sein; die Redensart kennt schon Luther: »... wäre der Bauer ungeduldig und kurz angebunden«; Goethe verwendet sie im ›Faust‹ (I, Straße):{{ppd}} Wie sie kurz angebunden war,{{ppd}} Das ist … Das Wörterbuch der Idiome
De Kiekeboes — Kiekeboes , a mural in Hasselt, 1996. Created by Merho Publication information … Wikipedia